precipiteren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  precipiteren    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌpresipiˈterə(n)/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • pre·ci·pi·te·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

precipiteren

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
precipiteren
precipiteerde
geprecipiteerd
zwak -d volledig
  1. (scheikunde) afzinken van vaste stof in een vloeistof zodat die zich onderin ophoopt
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord precipiteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
52 %van de Nederlanders;
65 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.