presencia

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • pre·sen·cia
enkelvoud meervoud
presencia presencias

Zelfstandig naamwoord

presencia v

  1. tegenwoordigheid
  2. uiterlijk

Werkwoord

vervoeging van
presenciar

presencia

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van presenciar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van presenciar

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.