privésurfen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: privésurfen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pri·vé·sur·fen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van privé bw en surfen ww
Werkwoord
privésurfen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
privésurfen |
||
onvolledig |
- om persoonlijke redenen websites bezoeken tijdens werktijd
- ▸ Een kwart doet op kantoor aan internetbanking, een op de vijf surft naar sociale mediasites. Dat privé-internetgebruik leidt niet automatisch tot slechtere beroepsprestaties, maar toch vindt 11 procent van de werkgevers het privésurfen en -mailen van hun personeel ‘problematisch'. Didier Christiaens, hr-manager van Tempo Team, en Stefan Nerinckx, advocaat-vennoot van Laga, schetsen de do's and dont's voor werkgevers.[1]
- websites bezoeken zonder dat de zoekgeschiedenis wordt bewaard
- ▸ De app houdt zelfs in de gaten welke tabbladen je hebt geopend op andere apparaten: een website die we in Chrome geopend hebben op onze laptop, is met twee klikken terug te halen op onze iPad. Ook de incognitomodus van Google Chrome heeft de vertaalslag naar iOS overleefd. Met deze functie kan je privésurfen, zonder dat je surfgeschiedenis of andere elementen bewaard worden.[2]
Gangbaarheid
- Het woord privésurfen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Ik werk, dus ik surf” (Vrijdag 23 april 2010 om 00:00), De Standaard
- ↑ Weblink bron “Google Chrome nu ook op iPhone en iPad” (Vrijdag 29 juni 2012 om 12:05), De Standaard
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.