propvol

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  propvol    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • prop·vol
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen propvol
verbogen propvolle
partitief propvols

Bijvoeglijk naamwoord

propvol

  1. heel erg vol, vaak in de zin van te vol
    • Hij heeft zich propvol gegeten, er kan niets meer bij. 

Gangbaarheid

  • Het woord propvol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.