ráða

Oudnoords

Woordafbreking
  • rá·ða
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ráða
rǽðr
enk: réð
mv: réðu
ráðit
Klasse 7D sterk volledig

Werkwoord

ráða

  1. aanraden, adviseren
  2. heersen, leiden
  3. gissen, raden
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.