rørlegger
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ˡɾøːɾlegəɾ/
Woordafbreking
- rør·leg·ger
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie | 17747 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | rørlegger | rørleggeren | rørleggere | rørleggerne |
genitief | rørleggers | rørleggerens | rørleggeres | rørleggernes |
Zelfstandig naamwoord
rørlegger m
Synoniemen
Hyperoniemen
- håndverker
Afgeleide begrippen
- rørleggerfirma
- rørlegging
- rørleggingsfartøy
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.