røyker

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈɾœjkəɾ /
Woordafbreking
  • røy·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van  røyke zn 
Naar frequentie 1952
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   røyker     røykeren     røykere     røykerne  
genitief   røykers     røykerens     røykeres     røykernes  

Zelfstandig naamwoord

røyker, m

  1. (persoon) roker
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
  •  ikke-røyker zn 
  •  kjederøyker zn 
  •  piperøyker zn 
  •  hasjrøyker zn 
Typische woordcombinaties
  • aktive røykere
actieve rokers
  • passive røykere
passieve rokers
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.