rabbinaal
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rabbinaal (hulp, bestand)
- IPA: /rɑbiˈnal/
Woordafbreking
- rab·bi·naal
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | rabbinaal | rabbinaler | rabbinaalst |
verbogen | rabbinale | rabbinalere | rabbinaalste |
partitief | rabbinaals | rabbinalers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
rabbinaal [3]
- (Jiddisch-Hebreeuws) van of door een rabbijn
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord rabbinaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rabbinaal" herkend door:
49 % | van de Nederlanders; |
35 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.