radin

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ʁa.dɛ̃/

Bijvoeglijk naamwoord

radin

  1. (spreektaal) gierig, krenterig
    «Quel radin, ce Yannick!»
    Wat is die Yannick toch een krent! [1]

Zelfstandig naamwoord

  1. (spreektaal) gierigaard, vrek
    «Ils s’appellent eux-mêmes les « frugal four », ou quatre radins : les Pays-Bas, la Suède, l’Autriche et le Danemark ne veulent pas consacrer plus d’1% de leur PIB au budget européen.»
    Zij noemen zichzelf de “frugal four", oftewel de vier vrekken: Nederland, Zweden, Oostenrijk en Denemarken willen niet meer dan 1% van hun BNP aan de Europese begroting besteden.[2]
Schrijfwijzen

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.