ragoût
Frans
Uitspraak
- Geluid: ragoût (hulp, bestand)
- IPA: /ʁa.ɡu/
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling van ragoûter ww "weer lekker maken" (traditionele spelling)
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
ragoût | le ragoût | ragoûts | les ragoûts |
Zelfstandig naamwoord
ragoût m
- (kookkunst) (oorspronkelijk) ragout, gerecht dat bestaat uit stukjes vlees in een smakelijke saus
- (kookkunst) (bij uitbreiding) smakelijke saus, ook zonder stukjes vlees
- (figuurlijk) (verouderd) datgene waardoor iets aantrekkelijk wordt
Schrijfwijzen
Overerving en ontlening
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.