raisonneren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  raisonneren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rai·son·ne·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Franse raisonner (met het achtervoegsel -eren)
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
raisonneren
raisonneerde
geraisonneerd
zwak -d volledig

Werkwoord

raisonneren [1]

  1. inergatief redeneren
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord raisonneren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
68 %van de Nederlanders;
74 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.