rampzalig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rampzalig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ramp·za·lig
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘ellendig’ voor het eerst aangetroffen in 1479 [1]
  • afgeleid van ramp met het achtervoegsel -zalig [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen rampzaligrampzaligerrampzaligst
verbogen rampzaligerampzaligererampzaligste
partitief rampzaligsrampzaligers-

Bijvoeglijk naamwoord

rampzalig

  1. op een ramp uitdraaiend
    • Die overstroming heeft rampzalige gevolgen! 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord rampzalig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.