raner
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ɾɑːnəɾ/
Woordafbreking
- ran
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie | 7626 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | raner | raneren | ranere | ranerne |
genitief | raners | ranerens | raneres | ranernes |
Zelfstandig naamwoord
raner m
- (juridisch) rover, overvaller
- «To ansatte var i ferd med å telle opp kassabeholdningen da raneren slo til.»
- Twee medewerkers waren bezig met het tellen van de kasmiddelen toen de overvaller toesloeg.
- «To ansatte var i ferd med å telle opp kassabeholdningen da raneren slo til.»
Synoniemen
Afgeleide begrippen
- bankraner, tograner
Verwante begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.