reality

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  reality    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • re·a·li·ty
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Engels

Zelfstandig naamwoord

reality

  1. werkelijkheid, realiteit
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'reality' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Engels

Zelfstandig naamwoord

reality

  1. werkelijkheid, realiteit; de omstandigheden zoals deze daadwerkelijk bestaan.

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /rɛalɪtɪ/
Woordafbreking
  • rea·li·ty

Zelfstandig naamwoord

reality

  1. genitief enkelvoud van realita
  2. nominatief meervoud van realita
  3. accusatief meervoud van realita
  4. vocatief meervoud van realita
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.