regen af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  regen af    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • reĀ·gen af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afregenen

regen (...) af

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afregenen
    • Ik regen af. 
  2. gebiedende wijs van afregenen
    • Regen af! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afregenen
    • Regen je af? 
vervoeging van
afrijgen

regen (...) af

  1. meervoud verleden tijd van afrijgen
    • Wij regen af. 
    • Jullie regen af. 
    • Zij regen af. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'regen af' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.