regere

Nederlands

Werkwoord

vervoeging van
regeren

regere

  1. aanvoegende wijs van regeren

Gangbaarheid

  • Het woord regere staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  regere    (hulp, bestand)
  • IPA:
Naar frequentie

Bijvoeglijk naamwoord

regere

  1. onbepaald (zonder lidwoord) nominatief vrouwelijk enkelvoud vergrotende trap van rege

regere

  1. onbepaald (zonder lidwoord) accusatief vrouwelijk enkelvoud vergrotende trap van rege

regere

  1. onbepaald (zonder lidwoord) nominatief meervoud vergrotende trap van rege

regere

  1. onbepaald (zonder lidwoord) accusatief meervoud vergrotende trap van rege

Bijvoeglijk naamwoord

regere

  1. bepaald nominatief enkelvoud vergrotende trap van rege

regere

  1. bepaald accusatief vrouwelijk enkelvoud vergrotende trap van rege

regere

  1. bepaald accusatief onzijdig enkelvoud vergrotende trap van rege

Bijvoeglijk naamwoord

regere

  1. onbepaald nominatief vrouwelijk enkelvoud vergrotende trap van rege

regere

  1. onbepaald accusatief vrouwelijk enkelvoud vergrotende trap van rege

Latijn

Uitspraak
  • IPA:
Woordafbreking
  • re·ge·re
stamtijd
infinitief 1e pers. enk.
ind. praes. act.
1e pers. enk.
ind. perf. act.
supinum
regere rego rēxī rēctum
derde vervoeging volledig

Werkwoord

regere

  1. actief infinitief praesens van regere
    1. overgankelijk besturen, regeren
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.