registrar

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
registrar
registraba
registrado
volledig

Werkwoord

registrar

  • overgankelijk
  1. registreren, optekenen, inschrijven, boeken
  2. opnemen (geluid)
  3. onderzoeken, nasporen, nagaan
  4. fouilleren
  5. laten visiteren
  6. aantekenen
Verwante begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.