boeken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boeken    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbukən/
Woordafbreking
  • boe·ken
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
boeken
boekte
geboekt
zwak -t volledig

Werkwoord

boeken

  1. overgankelijk reserveren van bijvoorbeeld een hotelkamer
    • We hebben drie kamers met zicht op zee geboekt. 
     ‘No I don’t,’ ontkende ik met een dikke grijns en liep naar buiten om een huisje te boeken voor de komende nacht.[1]
     In maart 2004 boekten wij (mijn vrouw Moniek en ik) voor twee weken in de maand juli een all-inclusive arrangement in de Dominicaanse Republiek.[2]
  2. verwerken in een boekhouding
    • De boekhouder boekte alle posten nauwgezet in de administratie. 
  3. behalen van een gewenst doel (succes boeken, een overwinning boeken)
    • Bedrijven boeken succes in gevecht om emissierechten.[3] 
Antoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • succes boeken
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

deboekenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord boek

Gangbaarheid

  • Het woord boeken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
  3. Joop Meijnen NRC 3 mei 2016
  4. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.