rehuir

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
rehuir
rehuía
rehuido
volledig

Werkwoord

rehuir

Woordafbreking
  • re·huir
  • overgankelijk
  1. mijden, vermijden, ontwijken, ontvluchten, ontlopen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.