ontlopen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ontlopen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ont·lo·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ontlopen
ontliep
ontlopen
klasse 7 volledig

Werkwoord

ontlopen

  1. ergatief een bepaald lot vermijden, ontkomen aan iets
    • Hierdoor ontliepen de daders veelal hun straf en kon de schade niet worden verhaald. 
  2. wederkerig elkaar ~ van elkaar verschillen
    • De resultaten ontliepen elkaar niet veel. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ontlopen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.