remitir

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • re·mi·tir
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
remitir
remitía
remitido
volledig

Werkwoord

remitir

  1. onovergankelijk verflauwen, afnemen, verminderen, bedaren, zwakker worden

remitteren tijdelijk minderen van koorts

  1. overgankelijk verzenden, versturen
  2. overmaken, gireren, storten, overboeken, overschrijven, transfereren
  3. uitstellen

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.