renen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  renen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrenə(n)/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • re·nen
Woordherkomst en -opbouw
  • ww: afgeleid van  reen zn  met het achtervoegsel -en [1]
  • zn:  reen zn  met uitgang -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
renen
reende
gereend
zwak -d volledig

Werkwoord

renen

  1. overgankelijk met een markering afzetten
  2. ergatief een grens delen
Typische woordcombinaties
  • [2] renen aan
    grenzen aan
Synoniemen

Zelfstandig naamwoord

derenenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord reen

Gangbaarheid

  • Het woord renen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
17 %van de Nederlanders;
15 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Deens

Woordafbreking
  • re·nen

Zelfstandig naamwoord

renen, g

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van ren
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.