respireren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  respireren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • res·pi·re·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
respireren
respireerde
gerespireerd
zwak -d volledig

Werkwoord

respireren [2]

  1. overgankelijk ademhalen, lucht scheppen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord respireren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
74 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.