retardar
Spaans
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
retardar |
retardaba |
retardado |
volledig |
Werkwoord
retardar
- overgankelijk
- vertragen, afremmen, uitstellen, ophouden
- achteruitzetten, terugzetten
- «retardar el reloj»
- de klok terugzetten
- «retardar el reloj»
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.