retardar

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
retardar
retardaba
retardado
volledig

Werkwoord

retardar

  • overgankelijk
  1. vertragen, afremmen, uitstellen, ophouden
  2. achteruitzetten, terugzetten
    «retardar el reloj»
    de klok terugzetten
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.