ribbelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ribbelen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rib·be·len
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van ribbel met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ribbelen
ribbelde
geribbeld
zwak -d volledig

Werkwoord

ribbelen [1] [2] [3] [4]

  1. overgankelijk van ribbels voorzien
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord ribbelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.