ridiculizar

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ridiculizar
ridiculizaba
ridiculizado
volledig

Werkwoord

ridiculizar

  • overgankelijk
  1. ridiculiseren, bespotten, honen, beschimpen, belachelijk maken
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.