riep af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  riep af    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • riep af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afroepen

riep af

  1. enkelvoud verleden tijd van afroepen
    • Ik riep af. 
    • Jij riep af. 
    • Hij, zij, het riep af. 

Gangbaarheid

  • Het woord riep af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.