rild

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rild    (hulp, bestand)
  • IPA: /rɪlt/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • rild
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen rildrilderrildst
verbogen rilderildererildste
partitief rildsrilders-

Bijvoeglijk naamwoord

rild

  1. met een naar verhouding grote lengte of geringe dikte
     Op een andere plank wat verder staat een rild Madonna-beeldje dat komt uit het klooster van Corbara op Corsica, dat beschreven staat in De Apokatastasis.[2]
      Hier en daar, bij troepjes, rild en statig, ruischten populieren.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord rild staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
12 %van de Nederlanders;
10 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Peter Bakema
    “Vlaams-Nederlands woordenboek.”, 2de druk (2004), Standaard, Antwerpen / Het Spectrum, Utrecht, ISBN 9071206629, rild(e)
  2. Joos Florquin
    “Ten huize van... 12. : Ward Ruyslinck” (1976), Orion, Brugge / Davidsfonds, Leuven, ISBN 90 264 3534 7, p. 199
  3. Weblink bron “De blijde kruisvaart.”, herdruk; 1e druk 1919 (1929), Nederlandsche Uitgevers-Maatschap, Amsterdam, p. 114
  4. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.