rondrennen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rondrennen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rond·ren·nen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

rondrennen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
rondrennen
rende rond
rondgerend
zwak -d volledig
  1. in rondjes rennen
  2. druk heen en weer rennen

Gangbaarheid

  • Het woord rondrennen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.