rookloos

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rookloos    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rook·loos
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van rook met het achtervoegsel -loos
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen rookloosrooklozerrookloost
verbogen rooklozerooklozererooklooste
partitief rookloosrooklozers-

Bijvoeglijk naamwoord

rookloos

  1. zonder rook
    • Dit zijn gelukkig rookloze kaarsen die niet walmen. 
  2. waar niet gerookt mag worden
    • Wij gingen op een rookloze vakantie waar niemand mocht roken. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'rookloos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.