rookt pijp

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rookt pijp    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrokt ˈpɛip/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • rookt pijp
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
pijproken

rookt (…) pijp

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pijproken
    • Jij rookt pijp. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pijproken
    • Hij rookt pijp. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van pijproken
    • Rookt pijp! 
    • Hij rookt pijp en brengt de meeste tijd door op het toilet, naar het schijnt. [1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'rookt pijp' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.