roosten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  roosten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • roos·ten
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘roosteren’ voor het eerst aangetroffen in 1350 [1] [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
roosten
roostte
geroost
zwak -t volledig

Werkwoord

roosten overgankelijk [3]

  1. aan de hitte van vuur blootstellen (onder toevoeging van lucht)
  2. (techniek) (een erts) verhitten
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord roosten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
41 %van de Nederlanders;
53 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.