ros af

Uitspraak

• Geluid:  ros af    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈrɔs ˈɑf / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• ros af

Woordherkomst en -opbouw

• uit ros (werkwoord) en af (bijwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

ros (…) af

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrossen
   

   • Ik ros af. 

2. gebiedende wijs van afrossen
   

   • Ros af! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrossen
   

   • Ros je af? 

Gangbaarheid

• Het woord ros af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.