rouwen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rouwen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrɑuwə(n)/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /rʌʊβ̞ə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /rʌːβ̞ə(n)/
Woordafbreking
  • rou·wen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
rouwen
rouwde
gerouwd
zwak -d volledig

Werkwoord

rouwen

  1. inergatief de emotionele nasleep van het overlijden van een geliefd persoon
    • Zij rouwden nog lang na de dood van hun vader. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord rouwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.