ruggengraatloos
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ruggengraatloos (hulp, bestand)
Woordafbreking
- rug·gen·graat·loos
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van ruggengraat met het achtervoegsel -loos
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ruggengraatloos | ruggengraatlozer | ruggengraatloost |
verbogen | ruggengraatloze | ruggengraatlozere | ruggengraatlooste |
partitief | ruggengraatloos | ruggengraatlozers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
ruggengraatloos
- zonder discipline of doorzettingsvermogen
- Iemand die ruggengraatloos is kan zijn rug niet rechthouden, is niet opgewassen tegen weerstand.
- De ruggengraatloze jongen verzon altijd wel een smoesje waarom hij nog niet was gestopt met roken.
Synoniemen
- slap, ongedisciplineerd, ongeregeld
Gangbaarheid
- Het woord ruggengraatloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.