ruk uit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ruk uit    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrʏk ˈœyt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ruk uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitrukken

ruk (…) uit

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrukken
    • Ik ruk uit. 
  2. gebiedende wijs van uitrukken
    • Ruk uit! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrukken
    • Ruk je uit? 

Gangbaarheid

  • Het woord ruk uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.