sûr

Niet te verwarren met: sur

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  sûr    (hulp, bestand)
  • IPA: /syʁ/
Woordherkomst en -opbouw
  • Uit Oudfrans seüre, sour(e), ontwikkeld uit Latijn securus “vrij van zorgen”, “zeker, verzekerd”. [1]
  enkelvoud meervoud
  mannelijk   sûr sûrs
  vrouwelijk   sûre sûres

Bijvoeglijk naamwoord

sûr

  1. zeker, verzekerd
  2. veilig
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • sûreté

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.