verzekerd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verzekerd    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·ze·kerd
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van verzekeren: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen verzekerdverzekerderverzekerdst
verbogen verzekerdeverzekerdereverzekerdste
partitief verzekerdsverzekerders-

Bijvoeglijk naamwoord

verzekerd [1]

  1. gewis, stellig, vast, vaststaand, zeker [2]
  2. wie een verzekering heeft
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Antoniemen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van: verzekeren…
verbogen vorm: verzekerde

verzekerd

  1. voltooid deelwoord van verzekeren

Gangbaarheid

  • Het woord verzekerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.