salat

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / saˈlæˀd /
Woordafbreking
  • sa·lat
Woordherkomst en -opbouw
  • Ontleend aan het Duitse zelfstandige naamwoord Salat, dat van het Italiaanse zelfstandige naamwoord insalata komt, dat weer van het Latijnse zelfstandige naamwoord sal (= zout) komt
Naar frequentie 4641
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   salat     salaten     salater     salaterne  
genitief   salats     salatens     salaters     salaternes  

Zelfstandig naamwoord

salat, g

  1. (plantkunde), (groente) Lactuca , Cichorium , salade
  2. (voeding) salade
Afgeleide begrippen
  • agurkesalat
  • bladsalat
  • frokostsalat
  • frugtsalat
  • hovedsalat
  • hønsesalat
  • karrysalat
  • kartoffelsalat
  • kyllingesalat
  • pastasalat
  • rejesalat
  • råkostsalat
  • salatbar
  • salatblad
  • salatdressing
  • salathoved
  • salatolie
  • salatplante
  • salatskål
  • sommersalat
  • tunsalat

Verwijzingen

    Noors

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    • IPA: / sɑˈlɑːt /
    Woordafbreking
    • sa·lat
    Woordherkomst en -opbouw
    • Afkomstig van de Latijnse woorden sal (= zout) en salare (= zouten)
    Naar frequentie 5601
      enkelvoud meervoud
    onbepaald bepaald onbepaald bepaald
    nominatief   salat     salaten     salater     salatene  
    genitief   salats     salatens     salaters     salatenes  

    Zelfstandig naamwoord

    salat, m

    1. (plantkunde), (groente) Lactuca , salade
    2. (voeding) salade
    Afgeleide begrippen
    • agurksalat
    • bandsalat
    • bladsalat
    • båndsalat
    • eggplantesalat
    • fruktsalat
    • grønnsaksalat
    • grønsaksalat
    • salatbolle
    • salatdressing
    • salathode
    • sildesalat
    • tomatsalat
    • vintersalat
    • waldorfsalat

    Nynorsk

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    • IPA: / sɑˈlɑːt /
    Woordafbreking
    • sa·lat
    Woordherkomst en -opbouw
    • Afkomstig van de Latijnse woorden sal (= zout) en salare (= zouten)
      enkelvoud meervoud
    onbepaald bepaald onbepaald bepaald
    nominatief   salat     salaten     salatar     salatane  

    Zelfstandig naamwoord

    salat, m

    1. (plantkunde), (groente) Lactuca , salade
    2. (voeding) salade
    Afgeleide begrippen
    • salatdressing
    • salatgrøn
    • salathovud
    • salatsaus
    • sildesalat
    • sprøsalat
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.