samenblijven

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  samenblijven    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sa·men·blij·ven
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
samenblijven
bleef samen
samengebleven
klasse 1 volledig

Werkwoord

samenblijven

  1. ergatief vasthouden aan een onderlinge band
    • Nederland en de zes Antilliaanse eilanden zijn samengebleven. 

Gangbaarheid

  • Het woord samenblijven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.