samenkoekte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: samenkoekte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sa·men·koek·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
samenkoeken |
samenkoekte
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van samenkoeken
- ... dat ik samenkoekte.
- ... dat jij samenkoekte.
- ... dat hij, zij, het samenkoekte.
- ... dat ik samenkoekte.
Gangbaarheid
- Het woord samenkoekte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.