samenvallen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  samenvallen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sa·men·val·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
samenvallen
viel samen
samengevallen
klasse 7 volledig

Werkwoord

samenvallen

  1. ergatief gelijktijdig plaatsvinden
    • De joodse en de islamitische feestdag vielen dat jaar samen. 

Gangbaarheid

  • Het woord samenvallen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.