samenvallend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  samenvallend    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sa·men·val·lend

Werkwoord

vervoeging van: samenvallen
verbogen vorm: samenvallende

samenvallend

  1. onvoltooid deelwoord van samenvallen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen samenvallend
verbogen samenvallendesamenvallendste
partitief samenvallends--

Bijvoeglijk naamwoord

samenvallend

  1. van zaken die tegelijkertijd op dezelfde plaats gebeuren
    • Hoe snel één generatie, één samenvallende puzzel opeens een heel ander licht kan werpen op de dingen. Hoe vandaag totaal anders kan zijn dan eergisteren, juist in voetbal. [1] 
    • Tijdens het komende staatsbezoek van koning Willem-Alexander aan China en de daarmee deels samenvallende handelsmissie zal de mensenrechtenkwestie opnieuw aan de orde komen. [2] 
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord samenvallend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.