schaars

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schaars    (hulp, bestand)
  • IPA: /sxars/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • schaars
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘weinig voorhanden’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1351 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen schaarsschaarserschaarst
verbogen schaarseschaarsereschaarste
partitief schaarsschaarsers-

Bijvoeglijk naamwoord

schaars

  1. weinig in aantal of hoeveelheid
    • Tot voor kort was de lepelaar een schaarse vogel in Nederland. 
     Ideaal dus in een gebied waar de tweede orkaan in twee weken tijd overheen is geraasd. Wegen zijn overstroomd of moeilijk begaanbaar, dus hulp is nog schaars.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord schaars staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.