schaf af

Uitspraak

• Geluid:  schaf af    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• schaf af

Woordherkomst en -opbouw

• uit schaf (werkwoord) en af, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

schaf af

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschaffen
   

   • Ik schaf af. 

2. gebiedende wijs van afschaffen
   

   • Schaf af! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschaffen
   

   • Schaf je af? 

Gangbaarheid

• Het woord schaf af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.