schakelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schakelen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsxakələ(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • scha·ke·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
schakelen
/'sxakələ(n)/
schakelde
/'sxakəldə/
geschakeld
/ge'sxakəld/
zwak -d volledig

Werkwoord

schakelen

  1. een verbinding tot stand brengen
    • Hij schakelde van het eerste naar het tweede net. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord schakelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.