scheen uit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  scheen uit    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsxen ˈœyt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • scheen uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitschijnen

scheen (...) uit

  1. enkelvoud verleden tijd van uitschijnen
    • Ik scheen uit. 
    • Jij scheen uit. 
    • Hij, zij, het scheen uit. 

Gangbaarheid

  • Het woord scheen uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.