schelde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schelde    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsχɛldə/
Woordafbreking
  • schel·de

Werkwoord

vervoeging van
schellen

schelde

  1. enkelvoud verleden tijd van schellen
    • Ik schelde. 
    • Jij schelde. 
    • Hij, zij, het schelde. 
    • Men schelde niet over de ijscoman die gisteren luid schelde om onze aandacht op zijn heerlijke ijs te vestigen. 
vervoeging van
schelden

schelde

  1. aanvoegende wijs van schelden
    • Men schelde niet over de ijscoman die gisteren luid schelde om onze aandacht op zijn heerlijke ijs te vestigen. 
Gelijkklinkende woorden

Gangbaarheid

  • Het woord schelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Middelnederlands

Woordherkomst en -opbouw

Eigennaam

schelde

  1. (toponiem: rivier) Schelde

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.