schenk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schenk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • schenk

Werkwoord

vervoeging van
schenken

schenk

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schenken
    • Ik schenk. 
  2. gebiedende wijs van schenken
    • Schenk! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schenken
    • Schenk je? 

Gangbaarheid

  • Het woord schenk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.