schoorvoetend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schoorvoetend    (hulp, bestand)
  • IPA: /sxorˈvutənt/
Woordafbreking
  • schoor·voe·tend
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘aarzelend’ voor het eerst aangetroffen in 1609 [1]
  • samenstelling van schoor en voet [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen schoorvoetendschoorvoetenderschoorvoetendst
verbogen schoorvoetendeschoorvoetendereschoorvoetendste
partitief schoorvoetendsschoorvoetenders-

Bijvoeglijk naamwoord

schoorvoetend

  1. met enige aarzeling, tegenzin en angst iets toch doen wat men eigenlijk niet had willen of durven doen
    • Maar zie: de gevallen troonopvolger en de door de publieke opinie gekruisigde royals veerden weer recht. Schoorvoetend werd Camilla aanvaard, schoorvoetend bekende het publiek dat de standvastigheid van Elisabeth ook wel iets heeft. [3] 
    • Schoorvoetend en keel schrapend nam ik mijn to-dolijst door ‘Schrijven opiniestuk TC Tubantia’ prijkte ergens op die lijst. Alle tandwielen in mijn hoofd kermden op zoek naar een onderwerp, waar ik gevat over kon schrijven. [4] 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord schoorvoetend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.